Of er nog bepaalde vaardigheden nodig zijn om de jongeren-doelgroep te bereiken vinden Cemal en Michelle lastig te beantwoorden. Cemal: ‘Wat ik mijn collega’s vertel is: blijf dicht bij jezelf. Op het moment dat je anders gaat praten dan je normaal gesproken doet, of je expres net zoals hun gaat gedragen, dan prikken ze daar echt doorheen. Toon interesse, maar oprechte interesse. Heb je geen interesse in bepaalde jongeren, laat het dan ook zo zijn; laat je collega’s het dan oppakken’.
Michelle sluit zich hierbij aan. Waar het spreken van straattaal Cemal gemakkelijk afgaat, kiest Michelle hier juist niet voor. ‘Ik ben 100% Nederlands, met blond haar en blauwe ogen. Ik spreek, naast Engels, geen straattaal of andere talen. Maar we hebben zo veel culturen in onze wijk, ook mensen die pas kort in Nederland zijn, en de taal nog niet heel machtig zijn. Als ik collega’s heb die een bepaalde taal wél spreken, dan is dat toch alleen maar goed! Waarom zouden we daar geen gebruik van maken? Zo kan ik dicht bij mezelf blijven, en leunen we op elkaars kwaliteiten.’
De grootste uitdaging vinden Michelle en Cemal niet zozeer het contact maken, maar vooral het behouden. ‘Omdat er gewoon heel veel mensen in de wijk zijn kan dit soms lastig zijn. Tussen 08:00 en 15:00 zijn er wel meer dan 80.000 mensen. Daarom moeten we het contact onderling goed verdelen.’
Gelukkig betaalt de investering in contact zich wel uit. ‘Als er evenementen in de wijk of bij scholen zijn, worden we soms persoonlijk uitgenodigd. Schoolreisjes, Iftar, kerstborrels of barbecues. We worden uitgenodigd als agent, maar ook als de persoon achter het uniform. Daar stoppen we heel veel energie in, dus het is fijn als mensen hun waardering uiten. En dat contact en de waardering die eruit voortkomt is wel een van mooiste dingen van het zijn van een wijk- en jeugdagent’, zeggen beiden met een brede glimlach.